Voor eerdere diensten klik hier:

Ambtsdrager: Jan-Pieter van Waasbergen
Lector: Margrietha van Huyzen
Koster: Willie van der Merwe
Organist en voorzang: Diederik Blankesteijn

Voorbereiding

Stilte
 
Klokgelui

Orgelspel
: J.S. Bach (1685,1750), Aria uit de Goldbergvariaties, BWV 988

Ons Ingangslied is:      NL 281: 1, 3, 4, 5, 6



Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.     
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer   
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn handen.

Gebed van toenadering
Laten wij bidden.
Goede God, wij vertrouwen op Uw Woord,
daarom zijn wij hierheen gekomen.
Wij bidden U voor allen die daar toe niet in staat zijn.

Lieve God, Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen wij, als wij vragen om vergeving,
als wij U bidden om
alles van ons weg te nemen wat ons aan zorgen en vragen, aan verdriet en onrust, aankleeft,
opdat wij U in alle vrijheid
als Uw kinderen kunnen aanbidden.


Heer, vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld,
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt,
en eeuwig leven hebben mag!

Introïtus: Begint met de Antifoon voor de zondag. Voorzang:

Antifoon (muziek Roel Smit)
  

Gemeente: Psalm + antifoon
Verblijd het hart van Uw dienaar,  
naar U verlang ik, Heer. 
Wijs mij Uw weg, Heer,  
laat mij wandelen op het pad van Uw waarheid,
vervul mijn hart met ontzag voor Uw Naam.
Ps. 86:4, 11
Allen: Antifoon

Kyrië en Gloria
Laten wij de Heer om ontferming aanroepen voor de grote nood van de wereld, - die is groot – groter dan wij aankunnen -
maar laten we dan juist nu ook in vertrouwen Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde.
  

Dienst van het Woord
(groet)

Zondagsgebed
Heer God, wij bidden U: behoed Uw kerk,
en wend door Uw hulp àf wat ons schaadt,
en leid ons steeds meer tot wat heilzaam is,
door Jezus Christus, onze Heer, die met U en Uw Geest leeft en regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen.

Lezing uit het Oude Testament:  Deuteronomium 4: 1-2, 9-20
Hiervoor: De eerste drie hoofdstukken bevatten een terugblik van Mozes, op het moment dat het volk op het punt staat het beloofde land in te trekken.
Het is een Bijbelse Geschiedenis van het volk, die pas in de Babylonische ballingschap zo is opgeschreven.
Mozes gaat verder met aanmoedigingen voor het volk om zich aan Gods voorschriften te houden. We lezen:

4:1 Nu dan, Israël, hoor naar de statuten en de rechtsregels die ik aan jullie leer om (ze) uit te voeren, om zodoende (gezond) te leven, en het land binnen te gaan en in bezit te nemen, dat de Aanwezige, de God van jullie voorvaderen, bezig is jullie te geven…
2. Jullie zullen niets toevoegen aan hetgeen ik jullie opdraag, en jullie zullen daar niets aan af doen,
om (zo) de geboden van de Aanwezige, jullie God, die ik jullie opdraag, in ere te houden.

9. Alleen: houd  jezelf in ere én houd je ziel zeer in ere, zodat je de dingen die je ogen hebben gezien niet zult vergeten, en zodat ze alle dagen van je leven niet verdwijnen uit je hart, en zodat je ze aan je kinderen en kleinkinderen zult doen weten. 
10. (Zoals:) de dag waarop jullie bij de Horeb stonden voor de Aanwezige, jullie God, toen de Aanwezige tegen mij zei: “Haal het volk voor Mij bij elkaar, dan zal Ik hen Mijn woorden doen horen, zodat ze Mij leren respecteren, alle dagen dat ze leven op de aarde, en het het hun kinderen zullen leren”.
11. en (hoe) jullie dichterbij kwamen en bleven staan aan de voet van de berg, en (hoe) de berg een en al vuur was, dat reikte tot in het
hart van de duistere hemel, dikke, donkere wolken…
12. Wel, de Aanwezige, jullie God, spràk vanuit het midden van het vuur, terwijl jullie luisterden naar het
geluid van de woorden, maar een figuur zagen jullie niet, (er was alleen) maar een geluid.
13. Hij maakte jullie Zijn
Verbond bekend, dat Hij jullie gebood uit te voeren: de Tien Woorden, en Hij grifte ze in twee stenen platen.

14. Mij gebood de Aanwezige op dat moment jullie de statuten en de rechtsregels te leren doen op het land daar, dat jullie binnentrekken om het in bezit te krijgen.

15. Letten jullie heel goed op jullie ziel, want jullie hebben geen enkele figuur gezien op de dag dat de Aanwezige, jullie God, aan het spreken was op de Horeb, midden in het vuur!
16. (Let op) dat jullie het niet (voor jezelf) bederven, en je een gesneden figuur maken, wàt voor een (afgods)beeld dan ook, hetzij mannelijk of vrouwelijk…
17. een beeld van enig dier op aarde, een beeld van enig gevleugeld gevogelte dat langs de hemel vliegt
18. een beeld van wàt dan ook dat over de grond kruipt, een beeld van wàt voor
vis ook in de wateren onder de aarde… (= lager dan de aarde)…
19. (Let op) dat jullie je ogen niet opslaan naar de hemel, en kijken naar de zon en de maan en de sterren, heel het hemelleger, en je gedrongen voelt om je voor hen in aanbidding neer te buigen, en hen te dienen, die de Aanwezige, jullie God, (aan de hemel) heeft uitgestrooid voor alle volkeren onder de hemel.
20. Maar jullie heeft de Aanwezige (apart) genomen, en Hij heeft jullie uit de smeltoven van Egypte uitgeleid, om voor Hem een
volk te zijn dat Zijn eigendom is, zoals tot op de dag van vandaag.


Woord van de Heer. 

Wij danken God.


Gradualepsalm: psalm 88:1


Epistellezing: Galaten 5: 25 – 6: 10
 
Het gaat in het voorafgaande om vrijheid, niet de vrijheid om maar te doen en te laten wat je wilt, wat Paulus de lichamelijke kant noemt, maar om de vrijheid om elkaar ten dienste te staan, van binnen uit.
We lezen Galaten 5:25 en verder:
25. Als wij leven in de Geest, (Gods Geest) laten wij dan ook leven volgens de Geest.
26. Laten we niet uit zijn op onbetekenende roem, waarbij we elkaar maar irriteren en elkaar benijden.

6:1 Broeders en zusters, ook als de één of ander ten prooi valt aan één of andere mísser, brengen jullie, kinderen van de Geest, zo iemand dan weer op het juiste pad in een sfeer van vriendelijke bescheidenheid, en zie er daarbij goed op toe, dat je zèlf niet in de verleiding komt.

2. Draagt elkanders lasten en zo zul je de wet van Christus ten volle vervullen.
3. Want als iemand, die dat niet doet, meent dat hij iets voorstelt, houdt hij (of zij) zichzelf voor de gek.
4. Laat ieder  het eigen werk maar beoordelen, en dan zal hij of zij alleen tegen zichzelf  iets op te scheppen hebben, en niet  tegen een ander.
5. Want iedereen zal zijn eigen narigheid opnemen.

6. Wie het woord (Gods) onderwezen krijgt, moet in alle goede dingen delen met degene die hem of haar onderwijst.

7. Dwaal niet af: God laat Zich niet belachelijk maken.
Want wat iemand ooit zaait, dat zal hzij ook oogsten.
8. Immers: wie iets lichamelijks zaait, voor het eigen lichaam, zal van het lichaam iets vergankelijks oogsten,
maar wie iets geestelijks zaait, zal voor zijn of haar geest eeuwig leven oogsten vàn de Geest.


9. Laten wij, als we het goede doen, niet laf worden, want op de geëigende tijd zullen we oogsten, en niet buitengesloten zijn.
10. Nu dan, aangezien we er de gelegenheid voor hebben: laten we voor iedereen het goede doen, maar het allermeest voor de huisgenoten in het geloof.

Woord van de Heer.
A: Wij danken God.

Lied: Als een ademtocht, kwetsbaar..




HALLELUJA! Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Marcus 8: 27 – 38



Marcus 8: 27 – 38

De laatste tijd is de Heer ten Noorden van Galilea bezig geweest, Tyrus, Sidon, (ten N. v. Sarphat) Zuid Libanon, en dan via de Decapolis naar het meer van Galilea, u Hij geneest een dove, er is de 2e wonderbare spijziging, maar de discipelen begrijpen het wonder niet, dan komen ze in Bethsaïda, aan de noordpunt van het meer van Galilea.
We lezen verder:
27 Jezus vertrok met Zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. (Weer naar het Noorden dus!) Onderweg vroeg Hij aan Zijn leerlingen: “Wie zeggen de mensen dat Ik ben?”
28 Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’
29 Toen vroeg Hij hun: “En wie ben Ik volgens jullie?” Petrus antwoordde: ‘U bent de Messias.’ –
30 Hij verbood hun op strenge toon om met iemand
hierover te spreken.

31 Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden, en door de oudsten van het volk, de Hogepriesters en de Schriftgeleerden, verworpen zou worden, en dat Hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan;
32 Hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus hem apart en begon Hem streng terecht te wijzen.
33 Maar Hij draaide Zich om, keek Zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden:
“Ga terug, àchter Mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.”

34 Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij Zich en zei: “Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter Mij aan komen.
35 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het
Evangelie, zal het behouden.
36 Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet?

37 Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven?


38 Wie zich tegenover de trouweloze en zondige mensen van deze tijd schaamt voor Mij en Mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon Zich ook voor hem (of haar) schaamt, wanneer Hij komt in het gezelschap van de heilige engelen en bekleed met de stralende luister van Zijn Vader.”

Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen/zingen:

In antwoord op Gods woord belijden wij ons geloof door samen te zeggen:
Ik geloof in God,
       die wilde dat de wereld goed was,
       die mensen en dieren maakte,
       planten en bomen,
       vogels en vissen,   
en er van hield.

Ik geloof in God,
       die als een vader zorgen wil,
       die als een moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
       in wie Gods Liefde mens werd,
               om ons lot te delen
               ons leven, onze dood,
       die dwars door alles heen
       vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
       de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
       om ons dichter dan ooit
       bij God te doen zijn.
       Zij bidt en zingt en dankt in ons;
       geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
       als één lichaam, dat bestuurd wordt
               door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.

Allen gaan zitten.
Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve gemeente, hier en via de life-stream met ons verbonden…

Het kan vreemd lopen in het leven!
Petrus steekt, als het beste jongentje in de klas, zijn vInger op, en geeft – denkt hij – het juiste antwoord. Hij weet het zó goed!
Jezus is de Messias! Natuurlijk!

Maar de reactie van Jezus is helemaal onverwacht, voor hem, en denk ik ook wel voor ons.
Satan’ noemt Hij Petrus. ‘Verleider.’
Alsof Petrus Hem niet net een groot compliment heeft gegeven, maar het juist helemaal verkeerd heeft gedaan. Of bedoeld.
Jezus prikt door het enthousiasme van Petrus heen, en ziet wat er achter zit: een verholen stukje eigenbelang.

Want de mensen verwachten in de Messias een leider die het volk zal uitleiden uit de bezetting, zoals Mozes het volk heeft uitgeleid uit Egypte.
Ze verwachten een man van God.

Een leider met e-i!
(En daar horen zij dan bij!) 
En Petrus zeker!

Maar Jezus ziet zich in opdracht van God als een lijder. Met een lange ij.
De juichende menigte van de intocht stráks zal snel daarna roepen om Zijn  kruisdood.
Wie Hem volgen wil, zegt de Heer, moet bereid zijn Hem ook daarin te volgen! Dat is me nogal wat!
Jezus is er duidelijk in, en Hij geeft de leerlingen, maar ook de menigte, en ook
ons, de keuze.
“Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het Evangelie, zal het behouden.”   

Nuchter zegt Hij: “Wat heeft een mens eraan als Hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet?”

En dan heeft Jezus het niet over ons eindige leven hier en nu> Maar over oneindig veel meer.
Hij spreekt over het leven zoals het bedoeld is, het leven in Gods nabijheid, het leven dat volledig is ontwikkeld en opgebloeid in alle mogelijkheden die de Schepper ooit voor ogen stonden.
Leven met een Hoofdletter.

Leven met een hoofdletter, dat Jezus heeft opgegeven om in Bethlehem geboren te worden. Met alle lasten en lusten van het gewone mensenleven.
Inclusief de dood.
 
Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven?
Voor dát Leven…
Een wezenlijke vraag.

Jezus weet er alles van, en al ziet Hij er niet naar uit, Hij ziet het wel onder ogen.

Christus volgen, Christen zijn, is niet alleen maar Glorie Halleluja’, maar is ook bereid zijn je eigen kruis te dragen, het te accepteren, en het betekent je naaste daar een handje mee te helpen, zoals Paulus de gemeente schrijft.
In alle eenvoud en liefde. Zónder ophef en gedoe.

We moeten altijd alert zijn op de keuzes die we maken. Die kunnen vérstrekkende gevolgen hebben.
Voor onszelf en voor anderen.
Immers: ‘wie iets lichamelijks zaait, iets doet voor voor het eigen lichaam, zal van het lichaam iets vergankelijks oogsten, maar wie iets geestelijks zaait, zal voor zijn of haar geest eeuwig leven oogsten vàn de Geest’.
Daar gaat het om.

Laten we nog even terugkijken naar de eerst lezing.

De woorden waar Mozes mee begint: ‘Nu dan, Israël, hoor naar de statuten en de rechtsregels die ik aan jullie leer,’ wijzen vooruit naar het bekende  Sjema Jisrael in hoofdstuk 6. Het Joodse Credo.
Het Sjema Jisrael is het belangrijkste gedeelte in het ochtend- en avondgebed van het Jodendom. De kernzin van het Sjema in het Hebreeuws is:
שמע ישראל יהוה אלהינו יהוה אחד
Sjema Israeel, Adonai Elohenoe, Adonai echad.
Hoor, Israël! de Heer, onze God, is een enig Heer!
Hij is de enige echte, Hij is uniek. Hij ís (het).
Met Hem hebben we rekening te houden in alles wat we doen en laten.
Niet uit slaafse
gehoorzaamheid, niet in de vorm van ‘do ut des’, ik geef en dan geeft u er iets voor terug, een vorm van omkopen dus, maar uit liefde, zoals Hij ons éérst heeft liefgehad.
Ons allen heeft de Aanwezige lief gekregen, en ook ons heeft Hij in Jezus uit de rest apart gehouden, om voor Hem een volk te zijn dat Zijn eigendom is.
Een heilig volk, een priesterlijk volk, een volk dat zich met vreugde houdt aan de Leefregels. In liefde.

Dàn spreekt het vanzelf dat we met de anderen, die hetzelfde willen geloven, in genegenheid omgaan. Dat we vriendelijk zijn, en meer op de ander gericht zijn dan op onszelf.
Dat gaat niet altijd vanzelf.
Daar moeten we aan werken.
Jezus heeft het voorgeleefd, Hij heeft het voorgedaan, en Hij heeft ons de middelen gegeven om Hem daarin na te volgen.
De gebeden, de psalmen, de Heilige Schrift.
Om dagelijks te gebruiken. Dat kan ik aanraden, het hélpt!
Want wie iets geestelijks zaait, zal voor zijn of haar geest eeuwig leven oogsten vàn de Geest’.

De woorden schenkt Hij ons, mét de Geest die ons altijd zal bijstaan.

Laten we ons dan overgeven aan die Liefde, dat die ons mag kneden en vormen, in al onze breekbaarheid. Kom, Heer Jezus.
Kom, en vorm ons naar Uw Geest.
Amen
 

Muziek: J.S. Bach (1685,1750), Variatie 13 uit de Goldbergvariaties, BWV 988

Dienst van gaven en gebeden

Wij mogen nu geld bijeenbrengen voor anderen, opdat het wereldwijd een zegen mag zijn voor mensen,
en zodat het is tot
eer van Gods Naam,


Laat het dan ook een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde voor God en mensen uitdrukt, omwille van Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Na het gebed over de gaven zingen wij: lied 241: 1-3

Afkondigingen
 
Collecte
       1. Voor het werk in de eigen gemeente
       2. Voor het werk van de LutherseWerelfFederatie in Oekraïne

Muziek tijdens de collecten: J.S. Bach (1685,1750), Variatie 22 uit de Goldbergvariaties, BWV 988

Gebed over de gaven

Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, het is alles uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde en aandacht.
Wij geven die met liefde aan U en anderen.
Wijs ons in dit alles de juiste weg.
Om Jezus wil. Amen.

Lied
241: 1-3

Voorbeden
Laten wij samen danken en bidden:

Lieve God, wij willen U aanbidden en danken om alle goede dingen die U ons telkens weer geeft naar lichaam en geest, en vooral voor de blijde boodschap die we mochten horen.
Geef dat die krachtig in ons werkt, en ons een diep begrip geeft van Jezus Christus, die door Zijn dood onze gerechtigheid, door Zijn opstanding ons leven en door Zijn Evangelie onze wijsheid geworden is.
Bron van barmhartigheid, wij bidden U dat U Uw kerk met allen die haar dienen wilt bezielen door Uw Geest, opdat Uw heilig Woord er naar waarheid wordt gebracht. Dat daardoor geloof en werkzame liefde versterkt mag worden in ons allen. Zegen allen die geroepen zijn om op hun eigen plek in kerk en samenleving te dienen, en met name hen die worden
opgeleid tot het ambt dat de verzoening preekt.
Ook bidden wij U voor de zending, en de dienst aan de naaste.
Ook zoals gebeurt door de Lutherse WereldFederatie wereldwijd, en speciaal in Oekraïne.
Voor Israël, Uw volk, en zijn omgeving bidden wij, ondanks alles en juist nú, om Uw beloften aan
Abraham, Izaäk en Jacob, aan Sara, Rebekka, Rachel en Lea...
Dat zij tóch tot zegen zijn....
Wij bidden U voor koning en vaderland, voor allen die macht en verantwoordelijkheid hebben, dat zij die mogen uitoefenen in Uw kracht en wijsheid, opdat gerechtigheid en vrede overal ter wereld moge groeien.
Zegen de opvoeders van de jeugd met liefde, vertrouwen, en gevoel voor humor.
Geef mensen eerlijk werk, en maak ons dankbaar voor het voedsel dat we dagelijks van U krijgen.
Denk in Uw goedheid aan alle mensen in nood, het zijn er zoveel meer dan wij weten.
Maar we weten wél van Gaza en Soudan, van Oekraïne en van de vluchtelingen van over heel de wereld. We weten van kwetsbare vrouwen en kinderen, van mensen die nergens welkom zijn. Help ons te helpen waar dat kan.
Vorm ons en kneed ons om van ons de mensen te maken die U in ons wilt zien.  

Geef de zieken de gratie zich aan U toe te vertrouwen en troost hen die in rouw gedompeld zijn. Wij bidden met name voor de zieken in onze gemeente, en voor de mensen in onze familie en vriendenkring…
We bidden voor Taco, en we zijn dankbaar dat Gerrit en Hetty hier weer zijn, help hen allen verder in hun genezing. We zijn met Han-Pieter ook dankbaar dat zijn moeder Anne Jet hier ook kan zijn, dat het haar goed mag gaan
(in het Bartholomeetje)


Stil gebed

Weer in Uw genade alles van ons af dat leven en geloof bedreigt.
Blijf dan bij ons, in alle voor- en tegenspoed, opdat wij in vreugde voor U leven, in Uw genade sterven en Uw Rijk binnengaan door Jezus Christus, Uw Zoon, met U en de Heilige Geest, waarachtig God, hooggeloofd in eeuwigheid.
Met Hem willen wij U danken en bidden met de woorden:


A: Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!

SlotliedLied 423
‘Vaya con Dios’ is Spaans, en betekent: Ga met God, en het Franse: ‘à Dieu’ wil ongeveer zeggen: Wees Gode bevolen!

Heenzending


Zegen
:
Een 15de eeuwse Keltische zegen
 
God moge zijn in ons
hoofd en in ons begrijpen; 
God moge zijn in onze
ogen en in ons kijken; 
God moge zijn in onze mond en in ons spreken; 
God moge zijn in ons hart en in ons denken; 
God moge zijn in ons komen en ons vertrekken.  
† Zo zegene u God de Vader, God de Zoon, in God, de Heilige Geest.
Amen.