Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 6 na Epifanie 13-2-2011 in de Lutherse kerk te Zeist. 

Organist: E. Frederiks. Onder zijn gehoor: ongeveer 20 gelovigen.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.       
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer     
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Laten wij nu onze tekorten, en straks ook onze zorgen bij Hem neerleggen….

Confiteor

Heer, wij hebben als schapen gedwaald,
en wij zijn ieder onze eigen weg gegaan..

Wij konden of wilden de weg die de waarheid is,
en het leven, niet volgen.....

Toch smeken wij U: leid ons weer op het rechte pad,
vergeef ons en blijf ons nabij, om Jezus Christus, onze Heer.
Amen

De Almachtige God schenke ons Zijn genade
Amen

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Ons op de laatste zondag van de feestelijke witte tijd is ook een feestlied, een lied van bevrijding, een lied van Gods koningschap.
Het komt uit de bundel TussenTijds, nummer 153 = Lied 552
Dit is een dag van zingen…


Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!

 

Gebed.
Heer, wij willen U dienen met vreugde en gezang,
Uw volk willen wij graag zijn, nu, en ons leven lang.
Zend Uw Geest in ons, tijdens deze dienst, èn alle dagen van ons leven, opdat wij Uw woorden horen en doen, spreken en doorgeven,...door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

De kinderen gaan nu hun kaars aansteken, en dan gaan ze naar beneden voor een verhaal over …

En dan gaan wij intussen praten over wat God graag wil wat we doen, en hoe we dan moeten leven.
Dat lijkt wel een beetje streng, maar het heeft ook met Valentijn te maken… je weet wel, dat is morgen, als mensen elkaar kaarten met hartjes sturen en zo…


Lezing Oude Testament: Deuteronomium 30: 15 – 20
Helemaal aan het eind van zijn leven, als het volk staat voor de grenzen van het beloofde land, roept Mozes op tot een vernieuwing van het verbond.
Hij laat nog eens alles wat er is gebeurd, de revue passeren, met nadruk op Gods trouw en het wankele geloof van het volk.
Als ze daarover berouw hebben, dan zal het goed komen.
In feite is er maar één fundamenteel gebod, en dat is: God lief te hebben, te leven zoals Hij wil, en je aan Zijn voorschriften houden. Want dat is, zoals we zullen horen, ook het doel van ons leven.
We lezen:

15. Kijk! Ik stel je nu voor: het leven en het goede, of de dood en het kwaad.
16. Dat wat ik nu voorschrijf (is): De Aanwezige, je God, liefhebben, zodat je de door Hem uitgezette weg gaat, en Zijn voorschriften en Zijn wetten, en Zijn uitspraken in ere houdt, zodat je lang zult leven en uitgroeit, zodat Hij je zegent, de Aanwezige, je God, in het land daar, dat je in bezit gaat nemen…
17. Maar als je je hart afkeert, en je luistert niet, en je laat je overhalen vreemde goden te aanbidden en te dienen....
18. ik bezweer jullie nu: dan zullen jullie absoluut dwalen!
Lang zal jullie tijd (dan) niet duren op de grond die jullie betreden als je de Jordaan oversteekt,  (op de grond) die je in bezit gaat nemen.
19. Ik neem ze nu tegen jullie als getuige: de hemel én de aarde! Voor het leven en de dood heb ik jullie gesteld, de zegen en de vloek, en als je kiest voor het leven (doe je dat) zodat je (vóórt)leeft, jij en je nageslacht.....
20. zodat je de Aanwezige je God kunt liefhebben, en gehoor geven aan Zijn stem, en Hem trouw blijven, - want Hij is je leven, en Hij is het die lang maakt: de tijd dat je wonen kunt op de grond, waarvan de Aanwezige je voorvaderen, Abraham, Izaäk en Jacob, gezworen heeft dat Hij ze die geven zou.
Tot hier toe deze lezing. Gods woorden zijn deze zondag nogal heftig en veelomvattend

Ons lied is: TussenTijds 42: Uw woord omvat mijn leven en tilt mij aan het licht… = Lied 119a
Ook een wat minder bekend lied, maar wel van Willem Vogel en Sytze de Vries, dus toch goed te zingen.

Onze Epistellezing is uit 1 Corinthe 2: 6 - 11.
In het eerste hoofdstuk is gesproken over het woord van het kruis, de verkondiging, die een dwaasheid is voor de zogenaamde wijzen. Maar Gods dwaasheid is wijzer dan menselijke wijsheid, want die ‘dwaasheid’ redt onze zielen. Daarom wilde Paulus ook niet met verbaal geweld de gemeenten komen bekeren, maar simpel, nederig, zonder zijn redenaarstalent, opdat het geloof van de gemeente niet wordt gewekt door het praten van mensen, maar door de kracht van God.
Dan gaat hij verder, en schrijft:
6. Wij spreken wel over wijsheid onder de volmaakten, maar (dan wel) over een wijsheid die niet van deze tijd is, en niets met zinloze dingen te maken heeft.
7. Wij spreken echter over de wijsheid van God, die verborgen is in een geheimenis, (een wijsheid) die God voortijds heeft voorbestemd tot onze verheerlijking,
8. (een wijsheid) die geen der heersers van deze tijd ooit heeft begrepen, - want als ze die begrepen hadden, hadden ze de Heer der Heerlijkheid niet gekruisigd! –
9. Maar – zoals er (al) staat geschreven: ’Wat het oog niet gezien heeft en het oor niet gehoord heeft, en wat in geen mensenhart opkwam, dat heeft God voorbereid voor wie Hem trouw beminnen.’ (o.a. Jesaja)
10. Ons heeft God het door de Heilige Geest geopenbaard;
de Geest doorvoorst immers alles, óók de diepe gedachten van God.
11. Wie onder de mensen heeft inzicht in wat des mensen is, ànders dan de menselijke geest die in hem is?          
En zo heeft niemand kennis van wat Godes is… behalve de Geest van God.

Een woord als een psalm: Halleluja! In de wijsheid schittert het eeuwige licht, in haar wordt Gods kracht feilloos weerspiegeld, en Zijn goedheid afgebeeld! (Wijsheid 7:26)HALLELUJA!

Wij zingen als gebed tot de Geest: gezang 239: 1, 3 en 4. = Lied 670


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij:

Het Heilig Evangelie staat bij: Mattheüs 5: 17 – 26.

Onze lezing is een deel van de bergrede, de zaligsprekingen maken het eerste deel er van uit, dan spreekt de Heer Zijn volgelingen aan en zegt dat ze, als het zout der aarde, openlijk en duidelijk moeten leven in de liefde tot God en mensen.          Dàt is ‘de wet en de profeten!’

Deze wet van liefde: heb God lief en heb je naaste lief, houdt niet in dat je de 10 geboden wel kunt vergeten, integendeel: de wet der liefde vraagt nog meer van de mens dan het houden van de 10 leefregels. De Heer gaat verder en spreekt in het volgende stuk o.a. over het Gehenna, dat is het Ge’Hinnom, het Hinnomdal, net buiten Jeruzalem, waar de karkassen van dieren worden verbrand, en ook de lichamen van terechtgestelde moordenaars. De Heer gebruikt stevige taal en zegt:

17. Meen niet dat Ik gekomen ben om de wet of de Profeten te ontbinden, Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
18. Waarachtig, want Ik zeg jullie: voordat (mogelijk) hemel en aarde vergaan, zal men aan geen punt en geen komma van de wet voorbij gaan, éér alles is gebeurd.
19. Want wie er maar een van de onbelangrijkste van deze geboden zal ontbinden, en dat aan de mensen zal onderwijzen, die zal uitermate onbelangrijk worden genoemd in het koninkrijk der hemelen, maar wie ze wèl doet en onderwijst, die zal groot worden genoemd in het koninkrijk der hemelen.

20. Want Ik zèg U: als uw gerechtigheid niet veel overvloediger zou zijn dan die van de Farizeeërs en Schriftgeleerden, dan zou u het koninkrijk der hemelen helemaal niet binnengaan.

21. Jullie hebben gehoord dat er tot de Ouden gezegd is: ‘Je zult geen moord begaan’…
22. Maar Ik zeg jullie, dat ieder die zich irriteert over zijn broeder (of over haar zuster) onderworpen moet worden aan het oordeel.     
Al wie tegen zijn broeder zou zeggen: ‘Waardeloze vent!’ zal onderworpen moeten worden aan (het oordeel van) de Hoge Raad (het Sanhedrin).
Al wie er zou zeggen: ‘stommeling’ zal  neer-geworpen moeten worden in het vurige Gehenna.

23. Stel dat je je offergave opdraagt naar het altaar, en je herinnert je daar dat je broeder iets op jou tegen heeft…
24. laat je gave dan voor het altaar achter, en ga er op af: eerst moet er verzoening komen tussen jou èn je broeder, en kom dán je gave opdragen.

25. Wees direct van goede wil ten aanzien van je tegenstander in een rechtszaak, zolang je nog met hem onderweg bent, opdat je tegenstander jou niet uitlevert aan de rechter, en de rechter je uitlevert aan de beambte van het gerecht, en je in de gevangenis geworpen zou worden.
26. Waarachtig, Ik zeg je: daar zou je dan níet uitkomen, voordat je het laatste kwartje, dat je schuldig was, betaald had.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo: In antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden:
Ik geloof in God.
Schepper van hemel en aarde.
Oneindig hoog verheven.
Vol liefde voor gewone mensen.
Daarom wil Hij ons een Vader zijn,
een Moeder, vol zorg en genade.
Daarom wil Hij ons een broeder zijn,
in Jezus, die mens werd als wij.
Geroepen om de goede boodschap te brengen
van Gods liefde voor ons allen.
Opdat wij Hem daarin volgen.
Gekruisigd is Hij, daarin droeg Hij ónze schuld.
Gestorven is Hij, en begraven.
Maar opgestaan als eerste der mensen,
tot leven in eeuwigheid.
Zijn Geest wil in en bij ons zijn.
Ons de weg wijzen die we mogen volgen: Jezus.
De weg naar God en naar elkaar.

In doop en genade, licht en vergeving
zijn wij zó met elkaar verbonden,
in de hoop op leven dat komt en dat blijft:
in Gods liefde, waar geen einde aan komt.
Amen.


Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve gemeente…
Dood en leven, zegen en vloek.
Alsof je het in het leven voor het kiezen hebt!

Nu ja, wij hier in elk geval op veel gebieden wel

En we kunnen er voor kiezen God lief te hebben.
Dat is een keuze op leven en dood.
Een keuze die heel de loop van ons leven bepaalt.

Dat moet dan toch wel om iets anders gaan dan om het zwijmelen en de hartjes en de liefdesliedjes, waarmee je de dagen voor Valentijnsdag, morgen, wordt overladen in de media, in de etalages, en in je mailbox.

Ik heb maar eens even gekeken bij Wikipedia wat daar bekend is over Valentijn. Valentinus, de oorspronkelijke naam in het Latijn, is de naam van één of twéé martelaren uit de derde eeuw.
De feestdag Valentijnsdag (14 februari) is de dag der geliefden en gaat indirect op deze heilige(n) terug.

Wat weten we over de historische Valentijn(s)?
Een van deze martelaren zou een Romeins priester zijn geweest die omkwam tijdens de christenvervolgingen onder keizer Claudius II Gothicus (268-270). Een andere Valentijn was bisschop van Terni (vandaar: Valentinus van Terni) en zou eveneens in Rome de martelaarsdood zijn gestorven.
Mogelijk gaat het hier echter om dezelfde persoon.
Paus Gelasius I riep in 496 14 februari uit tot de dag van de heilige Valentijn. In die tijd was er echter al geen enkel biografisch gegeven meer over hem bekend. Sint-Valentijn werd genoemd als een van degenen 'die terecht door mensen worden vereerd, maar wiens daden slechts aan God bekend zijn'.

Echter, waar niet veel bekend is over de feiten, daar is altijd wel een legende.
Volgens de legende kwam een jong paar bij bisschop Valentijn met het verzoek hen te trouwen. De man was een heidense soldaat, de vrouw een Christen.
Valentijn vond de liefde zwaarder wegen dan de wetten van de keizer, die een dergelijk huwelijk kennelijk verboden, en huwde het stel. Al gauw kwamen meerdere paren met hetzelfde verzoek. Maar, zoals dat dan gaat: hij werd aangegeven en gearresteerd.

Toen hij voor de keizer moest verschijnen probeerde hij die te bekeren. Keizer Claudius voelde zich beledigd en liet Valentijn martelen en onthoofden. Dat gebeurde op 14 februari, maar het jaar is onduidelijk.
Voor het vonnis werd uitgevoerd, zag hij nog kans het dochtertje van de gevangenisbewaarder een briefje toe te stoppen. Van je Valentijn, stond erop.

Volgens een ander verhaal kwam een cipier (of de stadhouder van Rome) bij de toen al in de gevangenis zittende Valentijn met het verzoek zijn blinde dochter te genezen. Valentijn zorgde voor een geneesmiddel, maar dat werkte niet. Op de dag van zijn onthoofding probeerde de vader van het meisje nog wanhopig het vonnis tegen te gaan, maar tevergeefs. Na Valentijns terechtstelling ontving het meisje een klein briefje van Valentijn, waaruit een gele bloem viel (als mensen hem om raad vroegen gaf hij hen een bloem, vandaar de bloemengroet op Valentijnsdag). Op het briefje stond 'Van Valentinus' en direct kon ze weer zien.
Volgens de legende werd de vader daarna bekeerd tot het christendom. Volkomen terecht, natuurlijk.

Wat Valentijn doet, als we deze verhalen mogen geloven, en waarom niet? is kiezen voor de Liefde.
Maar dan niet voor de romantische liefde, maar hij kiest er voor om te laten zien dat Gods liefde niemand uitsluit. Dat is de liefde waar zijn leven en zijn dood van getuigt. Ongetwijfeld is dat ook waar hij keizer Claudius van wilde overtuigen.
Jammer, dat die boodschap niet overkwam.
Dat lukt niet altijd zonder meer, was het maar waar, dan zaten onze kinderen en kleinkinderen hier allemaal in de kerk, wat zouden we daar van genieten!
Wat zouden we gelukkig zijn… J

Dat brengt ons terug bij de vraag, óf je er voor kunt kiezen om van iemand te houden. Het antwoord is: ja.
Ja, dat kan.
Je kunt er voor kiezen om te zoeken naar iemands beminnenswaardige eigenschappen.
Naar iemands aardige kantjes…
Net zo goed als je er voor kunt kiezen om altijd maar het negatieve in mensen te zien.
Dat zei iemand jaren geleden eens tegen mij: dat ik altijd keek naar wat er aan te merken viel… en dat dan ook zei.
Dat was wel even slikken, want ik was me daar helemaal niet van bewust. En dan stel je jezelf de vraag: wíl ik zo zijn?
Nou, nee
En je let op jezelf. Op wat je denkt, en wat je zegt.
Waar dat vandaan komt. Dat was onzekerheid

En ook daar kun je tegen vechten.
In welke volgorde dat allemaal ging weet ik ook niet meer, maar ik heb er wel voor gekozen om positiever in het leven te staan. Als God van mij kon houden, dan moest ik ook maar van mijzelf houden. Dat hielp.

En als Hij van al die andere mensen kan houden, dan moest ik niet eigenwijs zijn, en naar de positieve dingen in die mensen zoeken.
Die zie ik ook niet altijd een, twee, drie, maar ik probeer er maar van uit te gaan dat ze er wel zijn.
Dat valt niet altijd mee, maar ik geef toe dat je uit jezelf ook niet bij iedereen zo hard zoekt.
Ik moet nog veel leren, wat dat betreft.
In elk geval: als Jezus voor die persoon wilde sterven, zoals Hij dat voor U en mij wilde, dan kunnen wij die persoon niet afschrijven
En toch doen we dat zo makkelijk.
Een waardeloze vent. Een truttebol. Een muts.
En er zijn nog heel wat sterkere woorden, die ons dagelijks om de oren vliegen.
Trouwens, de woorden die Jezus citeert, liegen er in het Grieks ook niet om. Hufter komt dichter bij de betekenis van het woordje raka dat Hij gebruikt, maar ik wilde Uw tere zielen niet al te zeer raken tijdens de Evangelielezing, want dat leidt alleen maar àf.
In feite zegt Jezus dat je verbale doodslag pleegt op iemand, als je haar of hem zo negatief neerzet.
Je valt wat Hem betreft dan in dezelfde categorie als moordenaars van het lichaam.

We mogen er dus wel eens op gaan letten wat we zeggen over mensen, en hoe we over ze denken.
Misschien moeten we meteen eens nadenken, als je toch niet slapen kunt of zo, waarom we over mensen denken en spreken zoals we dat in de practijk doen.
Wat voor beeld we hebben van onszelf en anderen.
Wat voor beeld we hebben van God.
En of we daar zo gelukkig mee zijn…

Jezus spreekt over dezelfde keuzes als Mozes.
De keuze om God en de naaste lief te hebben als jezelf. Om te leven vanuit liefde en respect.
In alle dingen.
Niet een beetje drijven op een roze wolk, en dan komt alles wel goed, we rommelen maar wat aan, want de bedoeling is goed, dus wie maakt me wat?

Nee, liefde en respect, dat zijn twee facetten van één levenshouding.
Dat vraagt om aandacht en nauwgezetheid
Daarom: àlle regels zijn van belang.
Niet om het je moeilijk te maken, maar om je te helpen je leven in goede banen te leiden.

Een goed verlichte fiets bijvoorbeeld, getuigt van respect en aandacht voor de naaste.
Terwijl het zo’n onnozele regel lijkt, waarvan veel mensen denken, en tegen anderen zeggen, dat het niet zo erg belangrijk is. Maar als je op een donkere, regenachtige avond opeens iemand vlak voor je óp ziet doemen, die je bijna niet meer ontwijken kunt, dan kun je er een hartstilstand van krijgen.
En dan blijkt zo’n regel van levensbelang te zijn.
Dit is maar één klein voorbeeld.

In feite is het met alle regels en regeltjes die het omgaan met elkaar en met God afbakenen het geval.
Je staat niet altijd stil bij de achtergrond, je kunt je niet steeds voorstellen wat de gevolgen kunnen zijn van niet nakomen, maar heus, er is meestal wel over nagedacht. En niet altijd voldoende, dat is de andere kant. Dat is mensenwerk. En dan zijn er slachtoffers.

Jezus echter spreekt in eerste instantie over de Tien Leefregels. Dat is het minimum waar je je aan houdt, als je om God geeft, en er bij wilt horen.
Maar Jezus gaat verder: en Hij laat zien dat het niet gaat om jouw recht, om jouw belang, maar om het recht van de ander. Waar je dat steeds voor ogen hebt, dààr ontstaat gerechtigheid.
Wie naar de ander kijkt met Gods ogen, en daar gaat het om, die vraagt: mag het een onsje méér zijn? en niet: doe je het ook met een onsje minder?

Daarom ook spreekt de Heer over de ander, die misschien iets op óns tegen heeft. Die kan daar een goede reden voor hebben, je bent een ander misschien geld schuldig, zoals we in de laatste verzen hoorden van het evangelie van vandaag, of dat boek heb je nooit terug gegeven, of een belofte die nooit is nagekomen… vul maar in.
Maak het dan meteen in orde, zegt Jezus. Wacht niet op een aanmaning, of een deurwaarder, doe niet alsof je niet wéét dat het boek niet van jou is, lap het niet aan je laars dat je iemand diep hebt gekwetst door iets dat je hebt gezegd, gedaan of juist gelaten.
Ga er op af. Heb de moed, misschien de moed der wanhoop, maar doe iets. Nu kan het misschien nog.
Wees eerlijk tegen jezelf, tegen de ander, en dan kun je ook eerlijk zijn in je vraag om vergeving naar God toe. Dan zàl God ook vergeven.
Want Hij houdt van ons.
Van ons allemaal, hoe dom en dwaas dat ook mag lijken. De meesten van ons kunnen wel tien of meer redenen opnoemen voor onszelf, waarom Hij dat niet zou moeten doen. We zouden er – menselijkerwijs – waarschijnlijk nog gelijk in kunnen hebben ook.
Maar Gods wijsheid staat dwars op onze manier van denken.
Gods geheim is dat Hij niemand op voorhand afwijst.
Tegen héél het volk zegt Hij: kies.  Ook tegen ons.
Je bent vrij om te kiezen.
Maar als je voor God kiest, dan is daar het leven waartoe je voorbestemd bent: het leven in het beloofde land.
Geen luilekkerland.
Hard werken is gezond voor een mens die dat kan, moeite doen is niet slecht voor ons.
Maar als wij gehoor geven aan Gods stem, en Hem trouw blijven, dan is Hij ons leven.
En dat reikt tot over de dood heen.
In eeuwigheid.
Dankzij Gods fantastische liefde, die in Jezus gestalte kreeg. Dat is Gods geheim. Wij mogen er in delen.
De Geest van God laat het ons weten.
En Zij weet er alles van.
Het hoeft geen geheim meer te blijven. Integendeel!
Dus deel Gods liefde uit, zoals Jezus, Paulus, Valentinus en al die anderen.
In Gods goede Geest. Amen.

Muziek

Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij mogen daarin delen door te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld… Nu kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!

Na het gebed over de gaven zingen wij: TussenTijds 83.
Maar nu eerst de collecte!

Gebed over de gaven:
Lieve God, U geeft U Zelf aan ons.
Wij bieden U ons eigen leven aan.
Neem het, zoals U ons geld aanneemt.
Dat het dienstig mag zijn voor U.
In de geest van Jezus - die ons voorging.
Amen.

Lied TussenTijds 83 Uit Uw verborgenheid, voorbij aan onze grenzen … = Lied 500


Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U voor de feestelijke tijd die achter ons ligt, waarin we hebben gevierd dat U in ons midden wilde komen, als een Mens ons leven wilde delen, en Koning wilde zijn van ons hart.
Wij danken U dat we het mochten horen, vieren, delen met elkaar… en we bidden dat U ons de moed wilt geven om van die liefde voor alle mensen, ongeacht wie ze zijn, ook te getuigen in ons eigen leven.
U vraagt veel van ons, maar U gaf ons ook alles.
Dank U wel.
In het vertrouwen op die liefde, die groter is dan wij durven vermoeden, smeken wij U om daar te zijn, waar wij tekort schieten, of waar wij gewoon niet kunnen komen.
Wij bidden U voor het volk van Egypte, voor de andere landen in die regio, waar het gist. En voor Israël.
Geef wijsheid aan regeerders en opstandigen, opdat het de mensen niet gaat om hun eigen recht en voorrechten, maar om de gerechtigheid voor de ander, die daar zo ver boven uit gaat.
Ook voor onze eigen regering, koningin en
provincie- en stadsbesturen willen we bidden. Voor hen die het voor het zeggen hebben in de kerkoveral, waar mensen zijn die U liefhebben, respecteren, willen dienen.
Herschep onze harten, opdat we de mensen zijn, waarop U hoopte, toen U ons maakte in de moederschoot. Waar U van droomde.

Wij danken U voor het vele goede, dat we hier in de gemeente met elkaar mogen delen.
Een plek, die door al die liefde een thuis is geworden. Voor U. Voor ons.
Wij danken U voor Jezus, die ons leerde bidden:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!


Ons slotlied is gezang 444:3 = Lied 413
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ vers 1 en 2, nu eerst vers 3.
..

Zegen:
Gods zegen draagt ons door dood en doop heen naar het leven in eeuwigheid.
Gods Geest geeft ons de woorden van eeuwig leven in de mond, en de moed in ons hart om te spreken.
Gods geliefde Zoon gaat aan onze zij, wanneer we hier vandaan gaan.

Zo zijn we dan gezegende mensen,
in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

Allen:

Vers 1 en 2


Alle kerkgangers kregen een hartje, met de uitdaging die op Valentijnsdag eens aan iemand te geven met de mededeling: God houdt van je.


Daarna: lekkere koffie! (en koekjes)
Intussen probeerden Maaike, Erik en Niels alle hartjes van de grond op te rapen en in zakjes te stoppen...