Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag  in de Lutherse kerk te  Heusden

Organist:  Henk Biesheuvel.
Zang: Edy, Gé, Hanny, Herma

Introïtus
Wij zullen heden een groot licht zien, want ons is de Heer geboren, en men noemt Hem: Wonderbaar, God, Vredevorst, Vader der toekomende Wereld, en aan Zijn Rijk zal geen einde komen…
Koor: tt 137  Uit het duister hier gekomen mensen van de wereld nacht, onbestemd verward in dromen niet vermoedend wie hen wacht... 

Maar die Ene ís gekomen, en zal weer komen.
Daarom belijden wij:
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.   
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Confiteor.
Lieve God,
Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen wij,
als wij vragen om vergeving,
als wij U vragen om al wat ons aan zorgen en vragen,
aan verdriet en onrust aankleeft,
van ons weg te nemen,
opdat wij U in alle vrijheid
als Uw kinderen kunnen aanbidden.

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven!
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Ons Introïtuslied is uit TussenTijds nr.140 Vanwaar zijt Gij gekomen... op de melodie van: Er is een roos ontloken.
We zingen het in wisselzang met het koor.
1 koor, 2 gemeente, 3 samen.

= Lied 494

Laten wij de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen, omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!




Zondagsgebed:
Heer, dank dat U met ons wilt zijn: God onder de mensen, in Uw Zoon, in de Geest van Liefde, totdat U eens volkomen herkenbaar zult zijn, en zichtbaar voor alle mensen van goede wil. Ga zo met ons het leven door, door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Lezing Oude Testament: Jeremia 23: 5-8
De tijden zijn slecht, er dreigt oorlog, en de heersers van het volk zuigen het uit, zij zorgen alleen voor zichzelf. Hen wordt de wacht aangezegd. Ze zullen boeten!
5 De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik aan Davids stam een rechtmatige telg laat ontspruiten, die als koning een wijs beleid zal voeren en die in het land recht en gerechtigheid zal handhaven.
6 Dan wordt Juda verlost en zal Israël in vrede leven. Zijn naam zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid”.
7 Daarom, de dag zal komen – spreekt de HEER – dat er niet meer wordt gezegd: “Zo waar de HEER leeft, die het volk van Israël uit Egypte heeft bevrijd, ”
8 maar: “Zo waar de HEER leeft, die de nakomelingen van Israël (uit Egypte heeft bevrijd én) uit het land van het Noorden heeft bevrijd en uit de andere landen waarheen hij hen verbannen had.” Dan zullen ze weer in hun eigen land wonen.’

Onze lofzang is Psalm 150.



Epistel: Titus 3: 4-8a
Paulus beschrijft hoe duister de wereld wereld was.
Ook de gemeente had daar voorheen deel aan.
3:4 Maar toen is de goedheid en de mensenliefde van God, onze redder, verschenen,
5 niet omdat wij iets gedaan hadden dat ons kon rechtvaardigen, maar omdat Hij zo barmhartig is.
Hij heeft ons gered door het waterbad van de wedergeboorte en door de vernieuwende kracht van de Heilige Geest.
Die Geest heeft Hij overvloedig over ons uitgestort door Jezus Christus, onze redder.

Zo zijn we door Zijn genade gerechtvaardigd
en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar we op hopen.
8 Deze boodschap is betrouwbaar.
(Amen!)
De psalmist zingt: De Heer is Koning, met Majesteit heeft Hij Zich bekleed. Hij heeft Zich met kracht omgord. (psalm 93:1) HALLELUJA!


Daar past een loflied bij. Wat beter dan gezang 134:1 en 2 Eer zij God in onze dagen! (allen, koor zingt meerstemmig mee) = Lied 487



Het Heilig Evangelie staat geschreven bij Lucas 2: 1 – 20 Goed Nieuws Bijbel.

Hiervóór wordt verteld over de geboorte van Johan-nes de Doper, wiens vader God loofde die dit kind zou gebruiken om der wereld voor te bereiden op de (Zons)Opgang uit de hoogte, die naar ons zal omzien om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, en die onze voeten zal richten op de weg des vredes.           
Dan staat er: Het kind groeide op en werd gesterkt door de Geest. En hij vertoefde in de woestijnen tot op de dag dat hij zich aan Israël vertoonde… 
Nu gaat Lucas verder met onze lezing:

1 In die tijd kondigde keizer Augustus het besluit af dat iedereen in zijn wereldrijk zich moest laten inschrijven.
2 Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur was in Syrië.
3 Iedereen ging op weg naar de plaats waar hij vandaan kwam, om zich daar te laten inschrijven.
4 Ook Jozef ging van Nazareth in Galilea naar Judea, naar de geboortestad van koning David, Betlehem geheten, want hij stamde uit het geslacht van David.
5  In Betlehem liet hij zich inschrijven samen met Maria, zijn vrouw, die in verwachting was.
6 Toen ze daar waren, was het de tijd dat het kind geboren moest worden.
7 Maria bracht een zoon ter wereld, haar eerste.
Ze wikkelde hem in doeken en legde hem in een voederbak, want er was in de herberg geen plaats voor hen.
8 In de omgeving daar waren herders die buiten de nacht doorbrachten om de wacht te houden bij hun kudde.
9 Opeens stond er een engel van de Heer voor hen, en de glorie van de Heer omstraalde hen. Ze werden verschrikkelijk bang,
10 maar de engel zei: ‘Wees niet bang! Want luister, ik breng u een blijde tijding, die voor het hele volk bestemd is.
11 Vandaag is in de stad van David uw Redder geboren: Christus, de Heer.
12 Dit zal voor u het teken zijn: u zult een Kind vinden dat in doeken gewikkeld is en in een voederbak ligt.’ 

 A: Lied 479 

13 En ineens was er bij de engel een hele menigte andere engelen uit de hemel, die allemaal God loofden:
14 ‘Eer aan God in de hoge hemel en vrede op aarde voor de mensen die hem lief zijn!
15 Toen de engelen naar de hemel waren teruggekeerd, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Kom! Laten we naar Betlehem gaan. De Heer heeft ons bekend gemaakt wat er gebeurd is; laten we gaan kijken.’

Koor:
De wolken breken, waar dit lied op vredesvleugels wiekt.
De wijde wereld raakt vervuld van hemelse muziek.
Zij wordt vanuit haar diepe nacht gewekt door deze klank,
haar spraakverwarring overstemd door engelengezang.

16 Ze gingen er haastig heen en vonden Maria en Jozef en het Kind, dat in de voederbak lag.
17 Toen ze dit alles gezien hadden, vertelden ze wat de engel hun over dit Kind gezegd had.
18 Allen die ervan hoorden, verbaasden zich over wat de herders hun vertelden.
19 Maria bewaarde al die woorden in haar hart en overdacht ze bij zichzelf.
20 De herders gingen terug en prezen en loofden God om alles wat ze gehoord en gezien hadden; alles was zoals het hun gezegd was.

Koor:
De nieuwe tijd breekt weldra aan naar het profetenwoord.
De nieuwe aarde van omhoog begroet haar Vredevorst.
En wereldwijd klinkt dan het lied dat deze Koning dankt.
Voorgoed zingt alle mensentong dit engelengezang.

Laten wij in antwoord op Gods woord samen ons geloof uitspreken.
Credo
Ik geloof in God,
            die wilde dat de wereld goed was,
            die mensen en dieren maakte,
            planten en bomen,
            vogels en vissen,        
en er van hield.

Ik geloof in God,
            die als een vader zorgen wil,
            die als een moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
            in wie Gods Liefde mens werd,
                        om ons lot te delen
                        ons leven, onze dood,
            die dwars door alles heen
            vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
            de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
            om ons dichter dan ooit
            bij God te doen zijn.
            Zij bidt en zingt en dankt in ons;
            geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
            als één lichaam, dat bestuurd wordt
                        door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Een kind wordt geboren in een stal, ergens bij Bethlehem…
Ach, wat zielig… zeggen we dan. Arme donders.
Arme mensen, denken we dan meteen.
Maar dàt valt wel mee. Jozef had heus niet bij de herberg aangeklopt, als hij geen geld had gehad om te betalen. Hij had alleen de pech dat het in Bethlehem nu net zo druk was als in de binnenstad van Den Bosch of in Hoog Catharijne in Utrecht, op de zaterdag voor Kerst, toen ze daar aankwamen.

De keizer in Rome had het namelijk in zijn hoofd gehaald de belastingen te herzien, en de onderworpen volkeren eens flink uit te knijpen. Daarvoor moest er nauwkeurig worden vastgelegd wie wat bezat.
En dat bezit hield ook, ja vooral, grond en huizen in. Jozef was als timmerman middenstander, dus hij was niet armlastig, maar hij was ook nog eens afkomstig uit het huis van David. Hij had dus recht op een aandeel in het grondgebied van Juda.
Dat recht verloor je niet, ook niet als je het gebied niet zelf in handen had of gebruikte. Theoretisch kwam het land elke vijftig jaar weer terug bij de rechtmatige eigenaar.
En ook al bebouwde een verre achter-achterneef dat land, of hoedde hij er zijn schapen, Jozef moest betalen voor zijn recht op een gemeenschappelijk stuk grond van de stam. En dat moest ter plekke.
In Bethlehem, waar zijn stamvader David vandaan kwam. Andere mensen uit de stam van Juda moesten wellicht naar Jeruzalem, of naar een van de overige steden en stadjes in het grondgebied van Juda.
Het halve land moest van hot naar her trekken, en de herbergen trokken daar het meest profijt van. Geen wonder, dat er geen plekje meer te vinden is. Over een stal staat er in de bijbel ook al niets. Alleen over een voederbak voor het vee.
Misschien wel ergens in het veld, met een klein afdakje er boven, tegen de regen en de sneeuw. Of in een grot. Dat is ook een traditie, in Bethlehem is de geboortekerk gebouwd boven een grot. Een veilige plek om je pasgeboren kind in te leggen. Uit zo'n krib valt het waarschijnlijk niet zo snel, en het tocht niet, Maria hoeft hem niet op de grond te leggen. Kijk, ook als het tegenzit, zorgt God tóch nog goed voor dit Kind.
Als ze later moeten vluchten, hebben ze zelfs een klein kapitaaltje bij zich aan goud, mirrhe en wierook… voor onderweg. Zo leer je vertrouwen.

Aangezien we absoluut niet weten in welk jaargetijde de Heer werd geboren, hoeft het ook echt geen barre kou te zijn geweest, die Jozef en Maria trotseren moesten. Maar het is wel zwaar bevallen zonder huis, zonder stromend water, noem maar op. Wat dat betreft is Maria niet beter of slechter af dan heel veel vrouwen in onze dagen, die op de vlucht zijn voor oorlog, armoede of geweld.
Maar ongetwijfeld zal er later wel iemand zijn geweest die hen thuis heeft uitgenodigd, nadat de herders hebben verteld van de blijde boodschap voor heel het volk.
Zij waren de eerste evangelisten, die herders! J
Op de engel na dan.
De boodschapper van God, die zomaar in hun midden stond. Nee, hij kwam niet uit de hemel vallen, de hemelse legioenen voegden zich pas even later bij hen… Als het ware een parade voor de pasgeboren koning…
Wij mogen er wel van uitgaan dat de engel iemand als Gabriël is geweest, in elk geval zo'n hoogstpersoonlijke bode van God als ook Maria had ontmoet, toen haar werd verteld dat ze zwanger zou worden…

En kijk eens hoe zorgvuldig God met Zijn belofte omgaat! Hij vertelt de herders dat het Kind in een voerbak ligt, waarschijnlijk geeft hij ook aan in welke richting ze moeten zoeken, en dat het Kind is gebakerd. Ja, dat doen ze in Juda niet, dat is typisch iets voor dat achterlijke Galilea, met zijn buitenlandse invloeden… Maar zo zijn er wel twee herkenningspunten, waardoor ze zich niet kunnen vergissen. Maria zal niet de enige zwangere vrouw zijn geweest die daar op alle dagen liep, en misschien is er nog wel iemand anders ook bevallen, dat kan zomaar gebeuren, met al dat reizen en trekken.

God maakt het duidelijk, zo dat men zich niet kan vergissen, Wie en Wat en waar dit Kind is.
Net zo duidelijk als hij ons mensen laat weten wat Hij van ons hoopt en verwacht.
Want God maakt ernst met Zijn beloften.
Ook al kan het voor ons gevoel heel lang duren eer ze worden vervuld. Wij hebben het graag hier en nu, en liefst gisteren. De kunst van het wachten en hopen zijn we een beetje kwijt geraakt.
Maar de herders weten er alles van.
Niet alleen omdat ze in de natuur leven, en veel moeten wachten en hopen, maar ook omdat ze deel hebben aan de verwachtingen, de hoop, van het volk.
Die is hen met de moedermelk ingegeven.
Zo van: "O.K. Die regeerders die we nu hebben zijn niets, die heulen met de vijand, net als in de tijd van Jeremia, maar er komt een dag, en God ís er al mee bezig die voor te bereiden, en dan grijpt Hij in.
Vast en zeker! Hou je daar maar aan vast als het moeilijk is." Dat hoorden ze! Al generaties.
En nu zijn zij de ongelofelijke boffers die dit meemaken. Halleluja!
Misschien zouden ze het niet zomaar geloofd hebben, als daar niet dat licht was geweest…
De glorie van de Heer omstraalde hen.
Dat licht kwam mee met de bode van het Goede Nieuws. Dat licht kwam direct van God. Geen zon en geen maan had daar iets mee van doen

Dan zijn ze ook inderdaad, na de eerste schrik, niet bang meer.       
En ze luisteren met open mond naar de Engelenzang, die Gods lof zingt: Eer aan God in de hoge hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hem lief zijn… Hemelse klanken in aardse oren.
Onze koren, hoe klein of hoe groot ook, zingen mee met de hemelingen, en hebben daarom een belangrijke taak in de liturgie. Zij zijn onze engelen, die ons telkens weer herinneren aan het feit dat God Zijn beloften vervult.
En dat aarde en hemel nooit meer helemaal van elkaar gescheiden kunnen zijn, sinds Christus, de Messias, die zo vurig werd verwacht, geboren is.

De herders gaan kijken, en ze zien dat het waar is.
Maar dan vertellen ze ook overal wat ze weten.
Wat er over dít Kind is gezegd.
Als het groot is, dan…! Dan is er die koning die het volk wijs en rechtvaardig zal leiden. Een koning die van God komt, en het volk weer tot God zal leiden.

Nog éven wachten… een jaar of twintig… wie weet maken ze het zelf nog mee, en anders zeker hun kinderen. God zij geloofd en geprezen!

Maar niet iedereen zit te wachten op die Messias.
Die gezalfde, die Christus
Zijn ouders zullen al snel met Hem moeten vluchten. Naar Egypte, waar Herodes en Augustus geen greep op hebben. Naar Egypte, waar God het volk destijds uit bevrijd heeft, en later, veel later, heeft Hij het volk ook bevrijd uit de ballingschap in Syrië en Irak. Dat is uitgekomen.
Maar nu, nu is die koning er dan eindelijk…
De machthebbers zijn er niet blij mee.
Zij lezen minder in de bijbel dan het volk.
Of liever: ze luisteren minder naar God…
Ze zouden beter moeten weten. Nog steeds.
Zij zien alleen hun eigen belang, hun wankele macht.

Maar het volk dat van de geboorte hoort heeft weer hoop, en droomt van de dag dat dit Kind volwassen zal zijn, en hen een uitweg zal bieden uit hun bedreigde bestaan.
De herders aanschouwen het Kind, maar zien alvast een koning. Net zoals wij hier niet de verjaardag vieren van het kindje Jezus, maar vertrouwend op Gods beloften, uitkijken naar het moment waarop Jezus voor iedereen zichtbaar zal zijn als de Koning der Koningen. De Kersttijd wordt bekroond met de Epifanie, wanneer we alvast de troonsbestijging van de Heer vieren.
Van Hem die was en is en komen zal.

Want de goedheid en de mensenliefde van God, onze Redder, ís verschenen in Jezus.
Niet omdat wij iets gedaan hadden dat ons kon rechtvaardigen, maar omdat Hij zo barmhartig is.
Hij heeft ons gered door het waterbad van de wedergeboorte en door de vernieuwende kracht van de Heilige Geest.
Zo schrijft Paulus het aan Titus, die hij opvoedt als ware hij zijn eigen kind. Met ander woorden: God heeft ons al gered, door het simpele feit dat wij gedoopt zijn. Doordat de Heilige Geest ons daarbij nieuwe mensen heeft gemaakt, en doordat wij daar 'ja' op zeggen.
God heeft die Geest overvloedig over ons uitgestort door Jezus Christus, onze Redder.
En zo zijn we door Zijn genade gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar we op hopen. Net zoals we in de epistel lazen.

Deze boodschap is betrouwbaar, komt er dan voor alle zekerheid nog achteraan. Titus mocht eens twijfelen, wij mochten eens aarzelen het te geloven.
Maar weet je, al sinds de geboorte van Jezus is deze aarde dezelfde niet meer. Ook al gebeuren er nog steeds de meest vreselijke dingen, omdat niet alle mensen van goede wil zijn, omdat lang niet alle mensen welbehagen hebben in God, zodat ze niet open staan voor de vrede van God, toch zijn hemel en aarde onlosmakelijk verbonden.
Toch horen God en mensen bij elkaar, zoals nooit tevoren. Zolang Jezus op aarde rondgaat is dat zichtbaar voor wie het zien wil.
Maar na Zijn dood en verrijzenis is die band nog veel sterker, omdat Hij hier is met een lichaam dat menselijk én hemels tegelijk is.
Als wij Hem niet meer zien, is daar Zijn Geest, die in en om ons is, en ons de genade van God laat zien, die in ons Gods woorden spreekt, en in Gods hart onze woorden. Zó dicht zijn wij nu bij elkaar.

En zo zijn we door Gods genade gerechtvaardigd verklaard, en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar we op hopen, en waar wij naar uitzien. 

Deze boodschap is betrouwbaar.
En dat mag ik ook tegen jullie, tot U zeggen.
Net als Paulus tegen Titus.
Geloof het maar, en bouw er je leven op.
Leef uit dat geloof, en in de verwachting van Jezus' komst. Eens, zichtbaar voor alle mensen.
Ja, laten wij in de tussentijd leven uit dat geloof, en het Evangelie brengen, dat heden geboren is: Christus, de Redder, opdat alle mensen blij kunnen zijn en mee zingen: Eer aan God in de hoge hemel, en vrede op aarde, voor de mensen die Hem lief zijn. En dat zijn wij allemaal. En daar hoeven wij niets voor te doen. Het is al gebeurd.
God zij geloofd in eeuwigheid. Hij is Wonderbaar, God, Vredevorst, Vader der toekomende Wereld, en aan Zijn Rijk zal geen einde komen. 
Amen
!!!

Muziek: Edy solo : Minuit Chrétiens.

Enfin Jésus a brisé toute entrave;             Tenslotte heeft Jezus elke boei verbroken;
La terre est libre et le ciel est ouvert.        de aard’ is vrij en de hemel is geopend.
Il voit un frère où n'était qu'un esclave      Hij ziet een broeder waar slechts slaven waren
L'amour unit ceux qu'enchaînait le fer.       liefde verbindt hen die het ijzer had geketend.
Oh ! Qui dira notre reconnaissance            Oh! Wie zal onze dankbaarheid uitspreken
A ce Jésus, notre aimable Sauveur?           tot die Jezus, onze beminnenswaardige Redder?

Waar Godzelf Zich aan ons mensen geeft in Jezus, mogen wij niet achterblijven. Laten wij ons hart voor Hem openen en onze beurzen voor onze naasten, voor wie Jezus ook is gekomen, maar die het minder hebben getroffen dan wij met aardse goederen. Het mag nu van onze kant ook echt wel een offer zijn dat we vóélen.       
De 1e collecte is vandaag voor: Kinderen in de knel van Kerk in Actie.

Collecte

Gebed over de gaven

Heilige en grote God, die ons met Uw geschenken verrast, elke dag weer, wil onze gaven aanvaarden in de Geest waarin wij die U en onze naasten willen geven. Om en door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Gezang 135: 1 koor, 2 en 3 allen… Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer! 
Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld...
 

Laten we danken en bidden:
Lieve Vader in de Hemel,
Dank U wel, dat U zoveel van ons allemaal hield en houdt, dat U alles op alles wilde zetten om ons te behouden voor U. Om ons vrij te maken, zodat wij van U kunnen houden, zoals U van ons houdt.
Binnen onze eigen menselijke beperkingen.
Wij danken U voor het Kind in de kribbe,
voor de Man die met ons optrok en ons genas,
die onze zonden op Zich nam en ons vrijsprak.
Wij danken U voor de doop, die ons tot nieuwe mensen geboren laat worden. Mensen van U.
Wil elke dag weer in ons hart, in ons leven nieuw geboren worden, en vul ons zo met Uw liefde voor de mensen om ons heen, en voor Uw goede schepping.
Dank voor engelen en herders, voor brengers van goede tijding, help ons hen na te volgen, zodat Uw liefde geen geheim blijft, maar in heel de wereld bekend wordt.
Dank dat U met Uw Heilige Geest nog altijd in ons midden bent, en dat U zo ons leven wilt delen op het aller intiemste niveau.
Help ons te zien wat wij denken en doen, en hoe dat anderen helpt of schaadt, opdat wij echte getuigen van U mogen zijn, en volgers van Jezus, in heel ons doen en laten.
Wij bidden U voor de wereld om ons heen, voor de plek waar wij wonen, voor de plekken waar wij kerken en waar wij werken.

Wij bidden U voor hen die wij hier vandaag missen, en wij noemen Dirk-Jan, Jeanet,     
maar wij denken ook aan de mensen met wie wij vorig jaar nog samen kerkten, dat U hen zegent en bewaart in Uw liefde.


Uw Zoon leerde ons samen bidden, en wij zeggen het Hem na:

Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!


Ons slotlied is: TussenTijds 9:10,11 en 12 = Lied 281


Zegen:
Gods zegen draagt ons door dood en doop heen naar het leven in eeuwigheid.
Gods Geest geeft ons de woorden van eeuwig leven in de mond, en de moed in ons hart om die te spreken.
Gods geliefde Zoon gaat aan onze zij, wanneer we hier vandaan gaan.
Zo zijn we dan gezegende mensen,
in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

A: Ere zij God!!!


Daarna dronken we gezellig koffie in de kerk zelf. Met kerststol...