Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 1 na Trinitatis 18 juni 2017 in de Lutherse kerk te Leerdam 
Organist:
 was ziek, maar Jakenanna speelde blokfluit, en Wim Eijk was cantor. 

Orgelspel

Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.    
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer    
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag luidt:
Heer, ik vertrouw op Uw liefde, mijn hart zal juichen omdat U redding brengt. ps 13:6 
De psalm zingen we, en wel: psalm 13: 1 en 3



Nogmaals de Antifoon: Heer, ik vertrouw op Uw liefde, mijn hart zal juichen omdat U redding brengt!   
 



Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is zó groot! - denk aan Londen, aan Bogotà, velen liepen voor de nacht van de vluchtelingen... :-(
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt! 



Zondagsgebed
God en Vader, wij komen voor U om U te danken en te loven om Uw Vaderlijke liefde.
Uw genade is de bron waaruit wij leven,
Uw toekomst is onze enige hoop,

door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
  
Lezing Oude Testament: Jesaja 12: 1 - 6

Dit is een deel van de profetie over de eindtijd, waarin alles goed komt, wanneer de Messias en het vrederijk komen, de wolf bij het schaap ligt en de panter bij het bokje  
Israël zal nieuwe heerlijkheid hebben, wordt er beloofd. Het gaat verder met het danklied van de verlosten, waarin ook het loflied van Mozes bij de Schelfzee nog doorklinkt:


Op die dag mag je zeggen:
Ik loof U, Aanwezige,
Hoewel U woedend was op mij
is Uw boosheid gekeerd,
en U hebt het weer goed gemaakt voor mij…

Kijkt toch! God is mijn redding!
Ik heb me aan Hem mogen vastklampen,
en hoef niet bang te zijn.
Want mijn kracht en lofzang is mijn heilige Heer:
de Aanwezige,
Ja, Hij is mij tot redding!

En jullie zullen water putten met diepe vreugde
uit de reddende waterbronnen.

Ja, jullie mogen zeggen op die dag:
Looft de Aanwezige, roept het uit in Zijn Naam!
Maak dat de vreemde volkeren geloven in
Zijn grote daden;
maak ze indachtig hoe groot Zijn Naam is.

Lofzingt de Aanwezige,
omdat Hij een wederopstanding realiseert,
dat is iets dat over heel de aarde wordt geweten!
Inwoonster van Sion: laat je juichkreet horen,
zing hardóp, want groot is in je midden de Heilige van Israël!

Laten we zingen: van psalm 72a het refrein en de verzen 3 en 4

Voor kleine mensen is Hij beschikbaar... 




Epistel: Romeinen 5: 1 – 8
In het hoofdstuk hiervoor heeft Paulus geschreven over Abraham, die gerechtvaardigd is op grond van het geloof. Zijn geloof werd hem tot gerechtigheid gerekend, en dat geldt ook voor ons, die geloven in Jezus Christus als onze Heer en Heiland. We lezen:
1. Nu we dan vanuit het geloof rechtvaardig verklaard zijn, hebben we vrede met God door onze Heer Jezus Christus.
2. (Hij is het) door wie we ook toegang gekregen hebben tot deze genade, waarin wij staande blijven, en ons intens verheugen, in de hoop op Gods glorie.
3. Ja, niet alleen dat, maar wij verheugen ons ook zeer in de verdrukkingen, omdat we weten dat de verdrukking volharding teweeg brengt,
4. En de volharding maakt dat we de test doorstaan, en dit doorstaan brengt weer hoop teweeg.
5. De hoop houdt zijn kracht, want de liefde van God is in onze harten uitgegoten door de Heilige Geest die ons gegeven is;
6. Bovendien stierf Christus, terwijl wij maar krachteloze mensen zijn, op de juiste tijd – (en) ook voor zondige mensen.
7. Nu zal iemand al nauwelijks sterven voor een rechtvaardige, en voor het goede zal misschien ook nog wel iemand de beslissing nemen te sterven,
8. maar God stelt Zijn eigen Liefde voor ons in een helder daglicht, doordat Christus voor ons stierf, terwijl wij nog zondaars waren.

Psalmwoord: Halleluja. Laten alle koningen op aarde U loven, Heer. Zij hebben de beloften uit Uw mond gehoord. (Psalm 138:4)

HALLELUJA!

Ons Lied sluit hierbij aan: lied 994: 1 en 4



Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheus 9: 35 – 10: 16
In het deel dat hieraan voorafgaat, geneest de Heer zieken, blinden zelfs, en wekt Hij het dochtertje van Jaïrus op uit de dood. Overal wordt over Hem verteld, maar de Farizeeërs zeggen dat Hij dit alles vast doet op gezag van de duivel. We lezen verder:

35. En Jezus trok rond door alle steden en dorpen waar Hij in hun synagogen onderwees,
en de blijde boodschap van het Koninkrijk proclameerde, en elke ziekte en elk tekortschieten van het lichaam genas.
36. Bij het zien van de menigte voelde Hij medelijden met hen in Zich opwellen, want ze verkeerden in een miserabele toestand en waren ontheemd, zoals schapen die geen herder hebben.
37. Dan zegt Hij tegen Zijn leerlingen:
“Er is wel veel te oogsten, maar weinig werkers zijn er.
38. Zendt dan nu toch smeekbeden op naar de Heer van de oogst, opdat Hij werkers uit mag zenden naar Zijn oogst.”
10:1. En nadat Hij Zijn 12 leerlingen bij elkaar geroepen had, gaf Hij ze gezag over onreine geesten om ze uit te werpen, en om elke ziekte, en elk tekort-komen van het lichaam, te genezen.
2. De namen van de 12 zendelingen, (de 12 apostelen,) zijn deze: Eerst Simon (God heeft verhoord), die Petrus (Rots) genoemd wordt, en Andreas (de Macho) zijn broer, en Jacobus (hielenlichter) van Zebedeüs (de Aanwezige schenkt) en Johannes (de Aanwezige is genadig) zijn broer.
3. Filippus (paardenvriend) en Bartholomeüs (zoon van Tolmai = de broederlijke), Thomas (tweeling) en Mattheüs (geschenk van de Aanwezige) de belasting-ophaler, Jacobus (hielenlichter) van Alfeüs, (God heeft een plaatsvervanger (voor een dood kind) gegeven) en Thaddeüs (kracht Gods)....
4. Simon (Hij heeft verhoord) de Kanaäniet en Judas (Lof Gods) uit Carioth, die Hem ook verraden zou.
5. Déze 12 zond Jezus er op uit, waarbij Hij hen als volgt vertelde wat ze moesten doen:             

       “Sla niet de weg naar de volkeren in, en ga geen Samaritaanse stad binnen.
6. Ga liever op reis naar de verdwaalde schapen van het huis Israël.
7. Jullie moeten op reis het volgende duidelijk maken: Het rijk der hemelen is al dichtbij!
8. Geneest zieken, wekt doden op, maakt melaatsen rein, werpt demonen uit. Jullie kregen (dit) voor niets, geeft (het) dan voor niets!”
9. Heb toch geen goud, zilver of koper achter de hand in jullie gordels,
10. geen portefeuille voor onderweg, en niet twee mantels, of extra sandalen en stok, want de arbeider is zijn voedsel waard.

11. Maar stel dat je een stad of dorp binnengaat, bekijk dan goed wie daar (een) waardig (persoon) is – blijf daar, totdat je weer weg gaat.
12. (Eenmaal) het huis binnengekomen, moet je (de bewoners) groeten en als het huis (het) waard(ig) mocht wezen, laat dan jullie vrede er op neerdalen.
13. Maar als het niet waardig mocht wezen, moet jullie vrede naar jullie terugkomen.
14. En ieder die jullie niet ontvangen wil, en niet naar jullie woorden luisteren wil: als jullie dat huis of die stad uitgaan, moeten jullie het opgewaaide stof nog van jullie voeten schudden.
15. Waarachtig, Ik zeg jullie: het zal voor de inwoners van Sodom en Gomorra makkelijker zijn op de Dag des Oordeels dan voor díe stad.

16. Zie Ik zend jullie als schapen te midden van wolven, weest dan voorzichtig als de slangen en oprecht als de duiven.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!



Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:
Wij geloven in God - Schepper van hemel en aarde.
Heer over alle machten

Die om ons van alle macht heeft afgezien
en in Jezus de prijs heeft betaald voor onze overtredingen.

Die in eenvoud tot ons kwam,
en werd verraden en vermoord - gekruisigd...

maar Hij overwon de dood!

Na drie dagen opgestaan ten leven
verscheen Hij aan vriend en vijand,

weer in Zijn hemels rijk terug zond Hij Zijn Geest
die ieder mens bezielen wil tot leven in de Heer.

Tot  een gemeenschap van heiligen,
door een doop, door vergeving van zonden,

tot leven in  der eeuwigheid.  
Amen

  


Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve vriendinnen, beste vrienden, broeders en zusters in de Heer,

Als ik de lezingen van vandaag uitgebreid zou bespreken, zodat ze echt tot hun recht komen, dan zouden we hier vanavond laat nóg zitten.
Jammer genoeg moet ik weer op tijd thuis zijn, en jullie willen straks ook vast eten, dus dat gaat niet.

We zullen dus hier en daar een paar krenten uit de pap moeten vissen. Ik ga het in elk geval proberen.

Is het u ook opgevallen dat in het Evangelie van vandaag de leerlingen opeens niet meer leerlingen heten, maar dat ze apostelen worden genoemd, nadat de Heer ze op pad heeft gestuurd?
Apostel komt van het Griekse werkwoord
apostellw, dat betekent: er op uit sturen.
De boodschap is heel duidelijk: Gods Koninkrijk staat voor de deur! Houd er rekening mee!

Ze worden er niet zomaar op uit gestuurd om hun landgenoten te vertellen dat Gods koninkrijk, dat betekent dus: Gods koningschap, heel dichtbij is, maar Jezus geeft hen gezag over onreine geesten, zodat ze die kunnen uitwerpen, en allerlei ziekten en lichamelijke ongemakken kunnen genezen.
Dat zijn allemaal dingen, die je van God af kunnen houden. Dat zal iedereen hier wel herkennen

Als je je naar voelt, of als je geest bezig gehouden wordt met dingen die niet in je leven thuis horen, als je zwaar ziek bent, een groot verdriet hebt, dan is het heel moeilijk om je aandacht op God te richten. En dan is het nog veel moeilijker om aandacht voor andere mensen op te brengen.

De genezingen in de Bijbel hebben eigenlijk altijd als doel het de mens weer mogelijk te maken zich open te stellen voor God en zo het goede te doen en te willen.
Het is ook heel heilzaam, letterlijk: genezend, goed voor ons, dat we aan het begin van de dienst alles wat ons bezig houdt, alles waar we ons zorgen over maken, alles waarvan we het gevoel hebben dat we iets zouden moeten doen, maar je weet niet wát, (het is goed dat we dat allemaal) in Gods Handen kunnen en mogen leggen, zodat we de ruimte in ons denken krijgen, om ons hier bezig te houden met wat er nú toe doet.

En aan het eind van de dienst, in het Onze Vader, leert Jezus ons dat we rustig mogen vragen dat de grote beproevingen ons huis voorbij gaan.
Leid ons niet in verzoeking, beproef ons niet, dat mógen we vragen, want Jezus heeft het al gedragen, Hij heeft het al ondergaan!
En ook al kan het leven heel zwaar en verdrietig zijn, toch is het niet Gód, die daar Boven zit met een emmertje ellende, en die daarvan links en rechts wat uitdeelt.
Hij wil het wél samen met ons dragen, en als het nodig is draagt Hij daarbij ons.

Gods beloften helpen ons om de hoop levend te houden, doordat we niet in het moeizame hier-en-nu blijven steken, maar juist uitzien naar wat er komt. Ooit.
Misschien vandaag of morgen al.
Zo kunnen de landgenoten van Jesaja, in hun eigen moeilijke situatie, al uitkijken naar Gods grote daden, en er alvast over vertellen, daarbij puttend uit de rijke bron van hun geschiedenis met God, die hen telkens weer heeft gered en bevrijd.
Resultaten uit het verleden staan garant voor die in de Toekomst! In Gods Toekomst.
Op die manier wordt het waar, wat God belooft via Jesaja: Jullie zullen water putten met diepe vreugde uit de reddende waterbronnen.

Ja, jullie mogen zeggen op die dag:
Looft de Aanwezige, roept het uit in Zijn Naam!

Lofzingt de Aanwezige,
omdat Hij een wederopstanding realiseert!

Dat is iets dat dan over heel de aarde wordt geweten!

Maar dan zit daar ook een opdracht aan vast: maak dat ook de vreemde volkeren geloven in
Zijn grote daden;   
maak ze indachtig hoe groot Zijn Naam is.

Zover is het nog niet als de Heer Zijn leerlingen op pad stuurt. Zij moeten eerst naar Israël.
Dat is het volk dat leeft uit de beloften.
Of ze zouden het moeten doen.
In elk geval hebben zij er recht op om als eersten te horen dat Gods beloften nu in vervulling gaan.
Want waar Jezus is, daar is God aanwezig.
Daar draait het om.
Wie Jezus gehoorzaamt, gehoorzaamt God.
En dan is God je koning.
In dat zelfde Onze Vader, Wiens Naam wij respecteren, staat meteen: Uw koninkrijk kome.
Dat betekent allereerst:
Vader, ik ben bereid Uw wil te doen, en U te erkennen als mijn Heer, mijn Heiland en mijn Koning.
Het betekent zeker niet: Nou, het wordt tijd dat U eens in actie komt, en met trompetgeschal aan de horizon verschijnt! Totdat het zover is zit ik hier wel achterover geleund met de armen over elkaar te wachten, en dan zal ik wel zien
Uw koninkrijk kome betekent dat wij actief zijn, dat wij ons als schapen onder de wolven laten sturen.
En wat dat wil zeggen? Denk maar eens aan het lot van de Christenen, en van de anders-gelovigen in de streken waar de islamitische staat zegt te heersen!
Ons kost het geloven de kop en je vrijheid niet, maar de situatie van onze broeders en zusters daar verplicht ons wel om tenmínste dagelijks voor hen te bidden, met hen mee te leven, en mét hen te bidden voor hun vervolgers en moordenaars… Zoals Jezus Zélf deed op het kruis.

Uw koninkrijk kome betekent ook dat wij bereid zijn om over dat koninkrijk van God te spreken met de mensen die ons na staan.
(Dood-eng, vindt u niet? Het is veel makkelijker om daarover te praten met wild-vreemden!)
Maar pas als we dat doern, paten met onze naasten over Gods liefde, mogen, kunnen, moeten we verder gaan. Pas dàn staat de weg naar de verre naaste voor ons open.

Het is duidelijk: God dienen gaat niet altijd van een leien dakje.

De gemeente in Rome bijvoorbeeld, werd zwaar vervolgd.
Maar ze leven uit de hoop.
Ze leven uit de genade, dat is de grond van hun bestaan; want ze weten dat ze vanuit het geloof rechtvaardig verklaard zijn. Niet door hun geloof.
Het is niet een kwestie van verdienste.

Er is een wisselwerking.
God gelooft in Zijn schepping, Hij heeft Zijn schepsels lief, U en jou en ons allemaal.
Dat mogen wij geloven, daar mogen wij op vertrouwen, want Jezus heeft de deur naar God voor ons geopend, in Zijn sterven.
In Zijn Opstanding en Hemelvaart staan wij mét Hem op, en gaan wij alvast een heel klein beetje met Hem mee naar de Hemel. Dat is ons Thuis.

Telkens als we het Avondmaal vieren beleven we dat weer even.
God gelooft in ons.
En vanuit dát geloof, en door het Kruis, zegt God dat wij – wat Hem betreft – rechtvaardig zijn.
Dat we met God in vrede zijn. Dat het goed zit tussen ons! Ook al waren we nog zondaars toen Christus voor ons stierf. Geen perfecte mensen.
Maar gewoon mensen met de gebreken die we allemaal hebben. Toch houdt God van ons.
Als je dat weet, kun je zelfs in verdrukkingen nog intens blij zijn.
En volhouden, in het vertrouwen dat de hoop op Gods beloften niet beschaamd zal worden.
Gods liefde is immers door de Heilige Geest in ons hart uitgegoten! Dat vergeten we wel eens.

Maar het is die liefde die de vrede met God en mensen in ons leven brengt.
Vrede die wij onze naaste in liefde mogen toewensen als wij bij hem en haar aanbellen om het goede nieuws te brengen. (Vrede zij dezen huize!)

Vaak schrikken we er voor terug, omdat we bang zijn dat ze er niet van willen horen. Meestal valt dat mee, een enkele keer is dat niet zo.
Dat is dan niet meer onze verantwoordelijkheid.
Als zij het goede nieuws, het Evangelie, niet willen horen, is dat hun keuze.

Het is ook onze eigen keuze, onze verantwoordelijkheid, als wij dat wel willen doen.
En als wij willen leven vanuit het geloof van God in ons, en vanuit Zijn liefde, vanuit onze liefde, ons geloof.

Dat is een geweldige kracht, dat geeft een intense vreugde. Dan is het leven in de Geest van Jezus een feest, wát er verder ook gebeurt.
Amen.

Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen,
om door te geven, om met velen te delen,
     en er zo dubbel van te genieten.

Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen: in de collecte voor het binnenlands diaconaat (kerk in Actie voor een opvang van uitgeprocedeerde vluchtelingen) en  de eigen gemeente.

Na het gebed over de gaven zingen wij: 400: 2 - 4

Collecte

Gebed over de gaven

Lieve God, u geeft Uzelf aan ons.
wij bieden U ons eigen leven aan.
neem het, zoals U ons geld aanneemt.
Geef dat het dienstig mag zijn voor U.
In de geest van Jezus - die ons voorging.
Amen.

Lied 400: 2 – 4


Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Goede Vader in de Hemel, op deze Vaderdag willen wij U danken voor Uw liefde voor ieder van ons.
Dank dat U onze Vader wilt zijn, dat U ons als Uw geliefde kinderen wilt koesteren en beminnen.
Wij bidden U voor alle vaders en grootvaders, dat U hen wilt leiden in Uw Geest en met Haar gaven, zodat zij voor de mensen die aan hun zorg zijn toevertrouwd een waarachtige en betrouwbare vader kunnen zijn. Een goed voorbeeld, een beeld van U.
Lieve Vader, wij danken U dat wij in U deel hebben aan de grote familie van gelovigen. Dat wij hier als broeders en zusters mogen samenleven, en dat wij deel mogen uitmaken van het wereldwijde netwerk van broeders en zusters, die in Uw Liefde met elkaar verbonden zijn. Wij bidden U voor hen die worden vervolgd. Wil hen beschermen tegen alle kwaad, en leid hen door Uw Geest en Haar gaven. Om Jezus’ wil bidden wij ook voor de mensen die hen vervolgen, die hen kwaad doen.  Heer, vergeef hen, want zij weten niet wat ze doen!
God van liefde en goedheid, wij danken U voor Uw genade, ook als wij daar zelf geen aanleiding toe geven.
Help ons om ruimte te maken in ons leven voor Uw vrede, voor Uw evangelie, door gebed en bijbellezing, en door die schatten te delen met de mensen om ons heen. Geef ons door Uw Heilige Geest de woorden en de liefde die daarvoor nodig zijn.
Trouwe God, voor deze gemeenschap danken wij U, en wij bidden U voor allen hier die rouwen, die leven met een gemis, en in verdriet.
Dan staat je hart niet altijd naar Uw vrede en Uw vreugde, maar wij vragen U om onze harten en onze levens te helen en te genezen.
Wij bidden U dat ook voor allen die rouwen om de slachtoffers van de grote brand in Londen, en voor de slachtoffers van allerlei aanslagen wereldwijd.
Maar ook denken wij aan hen die in het verkeer gewond raakten of die een dierbare verloren.
Ontferm U over hen allen, en troost hen die treuren. Voor de zieken willen wij bidden, en nu in het bijzonder voor Ina Mostert.

In de stilte van dit moment komen wij bij U met al die gedachten, al die vragen, al die mensen die we voor U alleen willen noemen…

Stil gebed -

Wij danken U voor Uw grote Liefde voor ons, die Mens werd in Jezus. Hij leerde ons bidden:

Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd

Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood

En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven

En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van het kwade!

 

Het Slotlied is lied 863: 5 en 6
(Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’: vers 1 )


Zegen:
De Heer schenkt ons
de behoedzaamheid van Zijn handen,
de goedheid van Zijn ogen,
de glimlach van Zijn mond,
 
de vastheid van Zijn stappen,
de vrede van Zijn woorden,
de warmte van Zijn hart,
het vuur van Zijn Geest,
het vreugdevolle geheimenis
van Zijn aanwezigheid.

† Zo zegent ons, en alle mensen die bij ons horen,
de Vader, de Zoon en
de Heilige Geest.    
Amen!

lied
863: 1 Nu laat ons God de Here aanbidden en Hem eren...